Uit een kwartaalrapportage van het CBS blijkt dat de excretie van de gehele Nederlandse veestapel volgens de momentopname in het derde kwartaal 472,2 miljoen kg stikstof en 146,5 kg fosfaat bedraagt. Dit is 3,5% onder het stikstofproductieplafond en 2,8% onder het fosfaatproductieplafond voor 2023 dat door de Europese Commissie in de derogatiebeschikking is vastgesteld. De productieplafonds in deze beschikking hebben betrekking op de geproduceerde hoeveelheden stikstof en fosfaat in 2020.
De stikstofexcretie van de melkveesector is in de derde kwartaalrapportage van 2023 vrijwel gelijk aan de excretie in de vorige kwartaalrapportage. De fosfaatexcretie valt in de derde kwartaalrapportage hoger uit vergeleken met de vorige rapportage door het hogere P-gehalte van vers gras.
In 2025 worden de productieplafonds verder aangescherpt tot 440 miljoen kg stikstof en 135 miljoen kg fosfaat. De stikstofexcretie en de fosfaatexcretie in deze kwartaalrapportage liggen nog 7,3% respectievelijk 8,5% boven die productieplafonds.