Extra investeringsaftrek voor milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen

Ondernemers, die investeren in bepaalde milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen, kunnen in aanmerking komen voor de milieu-investeringsaftrek (MIA) of de willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). De investering moet daarvoor vermeld staan op de milieulijst, die jaarlijks wordt aangepast.

Hoogte aftrek en afschrijving

De MIA komt bovenop de ‘gewone’ investeringsaftrek. De hoogte hiervan is afhankelijk van het aangeschafte bedrijfsmiddel en bedraagt 27%, 36% of 45%. Bepaalde bedrijfsmiddelen kunnen daarnaast in aanmerking komen voor de Vamilregeling. Met deze regeling kan 75% van de investering op een willekeurig moment afgeschreven worden.

Wijzigingen landbouw

De belangrijkste wijzigingen voor de landbouw zijn:

  • voor stallen en kassen is het maximale investeringsbedrag voor belastingvoordeel verhoogd;
  • emissiearme vloeren bij melkveestallen hebben geen belastingvoordeel meer. Uit recent onderzoek blijkt dat deze vloeren in de praktijk geen uitstootvermindering opleveren, vergeleken met traditionele roostervloeren. Investeringen in (brongerichte) emissiearme stalsystemen in varkens- en pluimveestallen krijgen nog wel belastingvoordeel;
  • voor MDV-stallen geldt het stalcertificaat MDV-15. Voorwaarden die vanaf 2023 zijn opgenomen in de Milieulijst (over 'grondgebondenheid/aantal dierplaatsen') maken nu deel uit van dit certificaat.

Aanvragen

De MIA en Vamil moeten binnen drie maanden na het aangaan van de investeringsverplichtingen worden aangemeld via het eLoket van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Het jaar van aangaan van de investeringsverplichtingen is bepalend voor welke milieulijst van toepassing is. 

Milieulijst

Voorbeelden van bedrijfsmiddelen in de land- en tuinbouw, die op de milieulijst 2024 staan, zijn:

  •  mechanische bestrijdingsapparatuur voor plagen in land- en tuinbouwgewassen;
  • apparatuur voor vermindering van ammoniak- en methaanemissies tijdens het uitrijden van dierlijke mest en kassen voor biologische teelt;
  • groenlabelkassen, die voldoen aan het certificatieschema GLK15;
  • stal voor biologische melk- of pluimveehouderij met ammoniakemissiereductie;
  • klimaat- en dierenmonitoringssysteem;
  • formalinevrij bad voor de desinfectie van klauwen van vee;
  • apparatuur of voorzieningen voor gescheiden opvang van mest en urine in bestaande varkens- of rundveestallen;
  • stallen die voldoen aan de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV15);
  • getrokken elektrische voermengwagen voor herkauwers;
  • automatisch ruwvoermengsysteem voor herkauwers;
  • duurzame varkens- of pluimveestal, eventueel met bronmaatregel voor het verminderen van ammoniakemissie;
  • stofemissiereducerende technieken voor pluimveestallen;
  • ondergrondse kadaverkoeling met natuurlijk koudemiddel;
  • productieapparatuur voor strokenteelt;
  • spuitmachines voor plaatsspecifieke toediening;
  • apparatuur voor plaatsspecifieke bemesting;
  • voorzieningen ter voorkoming van verontreinigingen door erfafspoeling bij een veehouderij;
  • kuubkisten voor bloembollen die geen vocht en chemische middelen opnemen;
  • mechanische onkruidbestrijdingsmachine;
  • regen- of spoelwateropslag voor het verdunnen van mest;
  • bodemdrukverlagend bandensysteem in de open teelt;
  • elektrisch aangedreven werktuigendrager.
Bron:Ministerie van Financiën | publicatie | 02-01-2024

Extra investeringsaftrek voor milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen

Ondernemers, die investeren in bepaalde milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen, kunnen in aanmerking komen voor de milieu-investeringsaftrek (MIA) of de willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). De investering moet daarvoor vermeld staan op de milieulijst, die jaarlijks wordt aangepast.

Hoogte aftrek en afschrijving

De MIA komt bovenop de ‘gewone’ investeringsaftrek. De hoogte hiervan is afhankelijk van het aangeschafte bedrijfsmiddel en bedraagt 27, 36 of 45%. Bepaalde bedrijfsmiddelen kunnen daarnaast in aanmerking komen voor de Vamil-regeling. Met deze regeling kan 75% van de investering op een willekeurig moment afgeschreven worden.

Milieulijst

Voorbeelden van bedrijfsmiddelen in de land- en tuinbouw die op deze milieulijst 2023 staan:
•    kassen voor biologische teelt;
•    groen label kassen die voldoen aan het certificatieschema GLK15;
•    proefstallen;
•    stal voor biologische melk- of pluimveehouderij met ammoniakemissiereductie;
•    klimaat- en dierenmonitoringssysteem;
•    formalinevrij bad voor de desinfectie van klauwen van vee;
•    apparatuur of voorzieningen voor gescheiden opvang van mest en urine in bestaande varkens- of rundveestallen;
•    stallen die voldoen aan de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV14);
•    getrokken elektrische voermengwagen voor rundvee;
•    automatisch ruwvoermengsysteem voor herkauwers;
•    duurzame varkens- of pluimveestal, eventueel met bronmaatregel voor het verminderen van ammoniakemissie;
•    stofemissiereducerende technieken voor pluimveestallen;
•    ondergrondse kadaverkoeling met natuurlijk koudemiddel;
•    productieapparatuur voor strokenteelt;
•    spuitmachines voor plaatsspecifieke toediening;
•    apparatuur voor plaatsspecifieke bemesting;
•    voorzieningen ter voorkoming van verontreinigingen door erfafspoeling bij een veehouderij;
•    kuubkisten voor bloembollen die geen vocht en chemische middelen opnemen;
•    mechanische onkruidbestrijding;
•    regen- of spoelwateropslag voor het verdunnen van mest;
•    bodemdrukverlagend bandensysteem in de open teelt;
•    dual-fuel waterstof aangedreven landbouwtractor;
•    waterstof aangedreven mobiel werktuig;
•    elektrisch aangedreven werktuigendrager.

Beperking duurzame stallen

Als gevolg van de voorgenomen stikstofmaatregelen zijn er in de Milieulijst 2023 een aantal wijzigingen doorgevoerd voor MIA/Vamil-steun aan investeringen in duurzame stallen. Het kabinet zet in op grondgebonden melkveehouderij. Als gevolg daarvan komen investeringen in duurzame melkveestallen alleen nog in aanmerking voor MIA/Vamil wanneer de betreffende veehouder kan aantonen dat de investering een grondgebonden veehouderij betreft. Investeringen in duurzame varkens- en pluimveestallen komen alleen in aanmerking wanneer het aantal gehouden dieren niet toeneemt. Daarnaast geldt voor alle stallen dat een omgevings- en een natuurvergunning aanwezig moeten zijn, mocht vanuit de wetgeving een dergelijke vergunning vereist zijn. 

Investeringen in zogenaamde megastallen komen niet meer in aanmerking voor MIA en Vamil, omdat deze niet passen binnen de beoogde transitie naar een duurzame landbouwsector. Nieuwe varkens- en pluimveestallen op een nieuwe locatie komen eveneens niet meer in aanmerking voor MIA/Vamil, tenzij het om verplaatsing van een bestaand bedrijf gaat.

Aanvragen

De MIA en Vamil moeten binnen drie maanden na het aangaan van de investeringsverplichtingen worden aangemeld via het eLoket van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Het jaar van aangaan van de investeringsverplichtingen is bepalend voor welke milieulijst van toepassing is. Per melding dient de investering ten minste € 2.500 te bedragen om in aanmerking te komen voor MIA of Vamil.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *